Verklaringen lijst

Hieronder vindt je nadere uitleg over termen die gebruikt worden in de adoptieprocedure.

  • BKA-nummer. BKA staat voor Buitenlands Kind ter Adoptie. Dit BKA-nummer bepaalt de volgorde van behandeling van de aanvragen.
  • Voorlichtingsbijeenkomsten: Na afronding van de informatiebijeenkomst volgt een acceptgiro voor de vijf verplichte voorlichtingsbijeenkomsten van Stichting Adoptievoorzieningen.
    Het doel van deze bijeenkomsten is om aspirant-adoptieouders voldoende informatie te geven om een weloverwogen keuze te maken om al dan niet te adopteren. In deze bijeenkomsten wordt aandacht besteed aan de thema's die in adoptiegezinnen speciale aandacht verdienen. De onderwerpen zijn: de biologische ouders, de voorgeschiedenis van het kind, verlies en rouw, hechting, identiteit en loyaliteit en wensen en grenzen ten aanzien van het te adopteren kind. Ook is er gelegenheid om met andere aspirant-adoptieouders van gedachten te wisselen.
    De bijeenkomsten duren elk drie uur en vinden overdag plaats op drie verschillende locaties in het land (Arnhem, Utrecht en Eindhoven).
    Aspirant-adoptieouders die samen een aanvraag indienen, zijn verplicht om samen alle bijeenkomsten bij te wonen. Wie alleen een aanvraag indient maar wel een partner heeft, wordt geadviseerd om samen de voorlichtingsbijeenkomsten bij te wonen. De Raad voor de Kinderbescherming stelt namelijk als voorwaarde dat beide partners alle bijeenkomsten hebben gevolgd.
  • Het gezinsonderzoek bestaat in ieder geval uit de volgende onderdelen: 
    ·          Beoordeling van de ingevulde gezondheidsverklaring;
    ·          Beoordeling van de informatie van het Justitieel Documentatie Register (JDR);
    ·          Drie of vier gesprekken met de raadsonderzoeker, bij u thuis of op het kantoor van de Raad voor de Kinderbescherming;
    ·          Een of meerdere huisbezoeken door de raadsonderzoeker. Dit huisbezoek wordt gecombineerd met de gesprekken;
    ·          Uw levensverhaal op papier.

    Afhankelijk van uw situatie kunnen daar de volgende onderdelen bijkomen:
    ·          Nadere informatie over uw gezondheid en uw psychische gesteldheid, bijvoorbeeld van uw behandelend arts of hulpverlener;
    ·          Informatie van derden, bijvoorbeeld van mensen uit uw sociale netwerk;
    ·          Afnemen van psychologische vragenlijsten.
  • Het gezinsrapport: De raadsonderzoeker schrijft naar aanleiding van zijn onderzoek een gezinsrapport, met een advies aan het ministerie van Veiligheid en Justitie over uw verzoek tot beginseltoestemming voor adoptie. U krijgt het conceptrapport te lezen voordat het naar het ministerie van Veiligheid en Justitie gaat. Staan er feitelijke onjuistheden in, dan kunt u dat aangeven. Bent u het niet eens met de conclusies en het advies van de Raad voor de Kinderbescherming, dan kunt u daar geen bezwaar tegen maken bij de Raad zelf. U kunt wel bezwaar maken op het moment dat u van het ministerie van Veiligheid en Justitie een negatief besluit krijgt op uw verzoek om beginseltoestemming voor adoptie. Op dat moment kunt u ook bij het ministerie een kopie opvragen van het rapport.Voor het land waar uw kind vandaan komt, is het gezinsrapport de belangrijkste bron van informatie over u, uw thuissituatie, uw familie en vrienden en uw vermogen om een adoptiekind op te verzorgen en op te voeden. Het rapport wordt daarom integraal vertaald ten behoeve van de instanties in het land waaruit u een kind wilt gaan adopteren. Die instanties gebruiken het rapport om een goede match te maken tussen een kind en u, om ervoor te zorgen dat een kind vervangende ouders krijgt die zo goed mogelijk bij hem passen. Dat is niet alleen in het belang van het kind, maar ook in uw belang.
  • Beginseltoestemming : Het ministerie van Veiligheid & Justitie besluit op basis van het gezinsrapport en het advies van de Raad voor de Kinderbescherming tot het wel of niet verlenen van een beginseltoestemming. Daarmee krijgen aspirant-adoptieouders al dan niet toestemming om een kind uit het buitenland te adopteren. De beginseltoestemming is vier jaar geldig en kan op verzoek, na een aanvullend gezinsonderzoek, voor vier jaar verlengd worden. Beginseltoestemmingen die vóór 1 januari 2009 zijn verleend, zijn drie jaar geldig. Het hebben van een beginseltoestemming betekent niet dat aspirant-adoptieouders daarmee het recht op bemiddeling en adoptie krijgen.
  • Vergunninghouders: Vergunninghouders zijn de organisaties die een vergunning hebben van het ministerie van Justitie om te bemiddelen bij interlandelijke adoptie. 
  • Bemiddelingsfase: Nadat de beginseltoestemming is verkregen, begint de bemiddelingsfase. In deze fase komt het contact tot stand met de bevoegde instanties in het buitenland. Zij zoeken de meest geschikte ouders voor een kind dat voor adoptie in aanmerking komt. 
  • Voorstel van een adoptiekind: Als de vergunninghouder en de instanties in het land van herkomst van het kind tot de conclusie komen dat sprake is van een goede match, krijgen de aspirant-adoptieouders officieel een kind voorgesteld. Zij krijgen informatie over de leeftijd, het geslacht en eventuele bijzonderheden wat betreft de medische achtergrond van het kind. Als het voorstel wordt geaccepteerd, wordt er meer informatie vrijgegeven. 
    Aspirant-adoptieouders krijgen enige bedenktijd om over het voorstel te beslissen.
  • Aankomst van het kind: Als de aspirant-adoptieouders het voorstel accepteren, moet er veel geregeld worden voordat zij kunnen afreizen om hun kind op te halen. Voordat een kind definitief tot Nederland wordt toegelaten, wordt nogmaals gecontroleerd of aan alle voorwaarden is voldaan en of alle papieren in orde zijn. Slechts vanuit enkele landen komen kinderen onder begeleiding naar Nederland.
    Bij kinderen die geadopteerd zijn uit landen die zijn aangesloten bij het Haags Adoptieverdrag wordt de buitenlandse adoptie-uitspraak automatisch erkend. Dat betekent dat het kind ook direct Nederlander is. Bij adopties uit niet-verdragslanden moet een machtiging tot voorlopig verblijf worden afgegeven.
  • Aanmelden van het kind bij officiële instanties: Op het moment dat een adoptiekind in Nederland aankomt, moeten de nodige formaliteiten geregeld worden. Welke precies is afhankelijk van het land waaruit geadopteerd is en de rechtsgeldigheid van de uitgesproken adoptie.
    Aanmelden bij de gemeente
    Wanneer sprake is van een adoptie uit een verdragsstaat, moet het kind binnen vijf dagen na aankomst worden aangemeld bij de afdeling Bevolking van de gemeente waar de adoptieouders wonen. Wanneer sprake is van een zwakke adoptie of een adoptie uit een land dat geen partij is bij het Haags Adoptieverdrag, komt het kind Nederland als vreemdeling binnen. Het kind moet dan binnen drie dagen aangemeld worden bij de korpschef. Bij de burgemeester van de gemeente waar de adoptieouders wonen (doorgaans de afdeling Bevolking) moet tegelijkertijd een aanvraag worden ingediend voor een vergunning tot verblijf.